We repeteerden bij Hans Meeuwig thuis en hij liet me kennis maken met Jazz. Ik
herinner me de LP waar hij me voor het eerst naar liet luisteren: Night Train,
van Oscar Peterson. Ik heb de LP ook gekocht en het is nog steeds een van
mijn favoriete platen. Natuurlijk hadden we ook wat jazz op het repertoire, maar
het is niet echt muziek dat je kunt spelen in een circus.
Het motto van het kindercircus was: "Door het
kind, Voor het kind", omdat de verdiende bedragen werden afgedragen aan
kinderorganisaties. Het circus had ook donors. Een specialitiet van dit
kindercircus waren de pony's.
|
Op
deze foto doet pony Doortje een kunstje. Het meisje is Leneke en de man
die toekijkt de trainer van de pony's, meneer Roubos, die de zaak altijd
goed in de gaten hield en nooit ver weg was. Door te klikken op deze
foto kom je op de fotopagina's van dit circus.
|
Na in vele bandjes daarvoor gespeeld te hebben, speelde mijn broer van 1965
tot 1967 in een groep genaamd "The Limited
Noise". Ik vond het leuk om wat correspondentie te doen voor de
"fans" gedurende deze jaren, maar ging in 1967 ook meedoen. Dit was
het begin van mijn ervaring met bandjes, waarover meer in het volgende
hoofdstuk.
In de zomer van 1966 stopte ik met
accordeonlessen vanwege mijn school, maar bleef wel met het circus
optreden.
Toen kregen we in 1967 het bericht dat mijn leraar Frans van Norden
was overleden aan een beroerte.
Ik was geabonneerd op een maandblad, gericht op accordeonisten, dat "Accordeon Revue en Gitaar-revue"
heette. Er stond een artikel in over Frans van Norden en het bleek dat
ik veel niet van hem wist. Hij schreef voor het blad onder vele namen,
zowel zijn eigen naam als Mr. Accordi. Als
"Cas Noiset" schreef hij artikelen die met jonge muzikanten op
de radio te maken hadden. Ik wist dat hij gitaarles gaf, maar wist
niet dat hij onder de naam "Philip Morgan" ook schreef voor
gitaristen in dat blad. Hij was vooral druk met verschillende
organisaties en voor hen was de dood van Frans van Norden een groot
verlies. Hij was nog maar 45 jaar toen hij overleed.
|
Frans van Norden
20-apr-1921 - 13-feb-1967
|
Mijn eerste compositie was een wals. Mijn ouders hadden dat tegen Frans van
Norden verteld, want zelf durfde ik dat niet. Hij vroeg aan me of ik het wilde
voorspelen. Dat deed ik en hij maakte wat opmerkingen en gaf me advies op
welke dingen ik moest letten. Het was goed advies en ik herinner me nog steeds
wat hij zei en let erop wanneer ik iets componeer.
In de volgende jaren ging ik ook orgel spelen, onder andere in de groep The (Soul) Connection, a
R&B band waar ik meestal de blazerspartijen speelde, maar ook de typische
orgeltjes, zoals in "A whiter shade of pale". Over dieze band meer
in het volgende hoofdstuk.
|
Al vanaf het eind van de jaren 50 gingen we op vakantie
naar Italië, natuurlijk mee met mijn ouders. We stonden dat op een
camping aan het Idromeer, vlakbij het dorpje Anfo. Ik speelde ook gitaar
en nam die mee in 1969. In 1971 nam ik mijn accordeon mee en speelde
in af en toe in Angelo's Bar in
Anfo. Niet voor geld natuurlijk, maar voor de lol - het was
immers vakantie!
Vlakbij Anfo zijn militairen gelegen en de soldaten die in Angelo's bar
kwamen waren wel blij met me. Ze wilden dat ik Italiaanse liedjes
speelden en ook liedjes die zijn me voorzongen. Dat was heel leuk. |
Vanaf 1971 was ik met het circus gestopt en ging meedoen met een groep die meestal optrad in
bejaardentehuizen. Dit was natuurlijk vooral voor de lol, maar soms was er ook
een kleine vergoeding aan verbonden. Tijdens deze jaren kocht ik een nieuwe accordeon,
eentje met meer een jazz-geluid. Op de foto's hieronder speel ik met de
groep, links nog met mijn oude accordeon, rechts met mijn nieuwe
Scandalli. In het midden zing ik mee met de groep tijdens een
Kerstoptreden.
Ik had een paar optredens per avond met deze groep, waarin ik begeleidde,
maar ook solo's kon doen, zoals Olé Guapa en Tanzende Finger, melodieën die
men goed kende.
Maar met mijn nieuwe accordeon wilde ik ook meer jazz doen. Dat kon niet in
het circus en niet met de groep.
Mijn favoriete nummers om te spelen waren toen Dave Brubeck's Take Five en
Benny Golson's Whisper Not, en ik had ze zo gearrangeerd dat ik met Take Five
begon, dan moduleerde naar Whisper Not en vervolgens weer terugkwam op Take
Five.
Toen ik hoorde van een talentenjacht voor een televisieprogramma van de
NCRV, besloot ik mee te doen. Niet dat ik veel op had met talentenjachten. Wat
men zoekt zijn meestal populaire zangers en zangeressen, en geen
instrumentalisten. En hoewel accordeon een vrij populair instrument is, geldt
dat niet voor jazz.
De formule van het nieuwe programma, "Haal het doek maar op", beviel
me echter wel en ik besloot het te proberen. Kijken hoe ver ik zou komen.
|
|